Menu
Sluit

Meekijken met toneelmeester Ronald Moors

Toneelmeester Ronald Moors werkt al een aantal weken vanuit het nieuwe theater aan het technisch speelklaar maken van de theaterzalen. In dit interview vertelt hij welke technische snufjes zijn toegepast en hoe de zaal klinkt.  

Ronald bij de trekkenwand in het oude theater.

 

Hoe is het om in het nieuwe theater te zijn?
'We kijken onze ogen uit! We bewonderen het gebouw en maken onszelf wegwijs in de technische ruimtes. Daarnaast zijn we de logistieke routes aan het bepalen. Waar gaat het publiek straks lopen? Wat zijn de olifantenpaadjes? Welke deuren doen we wanneer open? Hoe navigeer je met materialen van A naar B? Het inrichten van een nieuw theater, dat maak je maar één keer in je carrière mee. Uiteindelijk gaat het theater helemaal als eigen voelen!’

 'vanbinnen heeft het de allure van het Guggenheim.'


Welke innovatie springt meteen in het oog?
'Het laad- en lossysteem voor de trailers, de vrachtwagens van theatergezelschappen, is toch wel heel bijzonder. Aangezien veel gezelschappen hun materialen en decorstukken per vrachtwagen aanleveren, zijn er twee aparte loading docks gecreëerd. In het oude theater reden vrachtwagens vaak langs de Parade, wat soms voor overlast zorgde. Het nieuwe theater heeft nu onder andere een systeem waarbij twee vrachtwagens met behulp van een uitschuifbaar platform zijwaarts in het theater kan worden getrokken. Dit zal zorgen voor aanzienlijk minder verkeer langs het plein.'

Hoe is de akoestiek?
'Vooral in de grote zaal is de akoestiek geweldig! Alle toegepaste materialen dragen hieraan bij, van de stoffering van de stoelen tot de wandbekleding. Achter in de zaal hangen bijvoorbeeld speciale doeken die we al dan niet kunnen inhangen voor een optimale akoestische ervaring. Een intiem toneelstuk vraagt immers om een andere akoestiek dan een groot symfonisch orkest. Of het geluid dan tegen een stoffen doek of een houten plaat weerkaatst, maakt dan een wezenlijk verschil.'

Ook een bewegend onderdeel van het plafond: de nieuwe trekkenwand.

 

Zijn er mooie technisch snufjes?
'We maken in de grote zaal onder andere gebruik van in hoogte verstelbare klankkaatsers aan het plafond om het geluid enerzijds naar het publiek te leiden en anderzijds goed te verdelen op het podium. Als een bewegend plafond kunnen we met de kaatsers het volume van de zaal vergroten of verkleinen. Zo kunnen we de klankkleur en nagalmtijd beïnvloeden. Dat laatste kan overigens ook via de kleine microfoontjes aan het plafond. Deze nemen het geluid op en brengen het geluid vervolgens – via een computersysteem – met een extra galm terug naar het publiek. Op deze manier kunnen we zelfs de akoestiek van de Sint-Janskathedraal nabootsen.'

 
'Op deze manier kunnen we zelfs de akoestiek van de Sint-Janskathedraal nabootsen.'

 
Waar ben je nog meer blij mee?
'De verlichting is een enorme verbetering ten op zichte van het oude theater. Deze is volledig LED en digitaal – er is geen gewone lamp meer te vinden. Dit is niet alleen duurzamer, maar vooral ook handig omdat we ze nu op afstand kunnen bedienen. Nu kan ik alles eenvoudig regelen via een iPad; het bepalen van de positie, de kleur, de lichtvorm en -warmte. Het maakt het leven van een technicus ook fysiek een stuk makkelijker. We hoeven ons niet langer in moeilijke posities hoog in de nok van het theater te manoeuvreren. Nadelig voor de stappenteller, maar onder aan de streep veel veiliger.'

Wat gaat het publiek hiervan merken?
'Als het goed is merkt het publiek ons werk helemaal niet op en ligt de focus volledig op de (muzikale) voorstellingen. Dat bewerkstelligen is ons uiteindelijke doel. Het is geweldig dat we kunnen werken met de nieuwste technische middelen. Wat je ook vindt van de buitenkant van het theater, vanbinnen is het zeer ingenieus en heeft het de allure van het Guggenheim.’